Toetsing Reddingswerker 2

Toetsing Reddingswerker 2

Vlaktezoeken levend

De RW 2 toetsing is de eerstvolgende toetsing na de (met goed gevolg afgelegde) RH 1 toetsing en heeft als doel het opzoeken en het verwijzen van een onbekend aantal liggende of zittende slachtoffers, welke niet in het zicht van de geleider of hond liggen maar wel  bereikbaar zijn voor de hond. De combinatie moet tonen om in moeilijk gebied te kunnen werken. 

Tijdens het zoeken loopt er een persoon met aangelijnde hond (rustige hond) op een niet hinderlijke wijze in het zoekgebied. In het zoekgebied worden verleidingen in de vorm van (mensen) voedsel en kleding die menselijke geur bevat aangebracht. De verleidingen worden zodanig aangebracht dat er geen misverstand kan bestaan of de hond een slachtoffer verwijst dan wel verleiding verwijst. De minimale afstand tussen een slachtoffer en de verleiding dient maximaal 10 meter te bedragen!

 

  • Gebied; bos- of heideachtige omgeving
  • Grootte gebied; ± 30.000m² (3ha)
  • Aantal slachtoffers; minimaal 1 en maximaal 4
  • Zoektijd; 50 minuten
  • Manier van verwijzen; Blaffen, Bringselen, Leegverwijzen. De manier waarop de hond verwijst moet vooraf het examen kenbaar gemaakt worden aan de toetsingcommissie. 

BEOORDELING

 

Zoekwerk hond

De hond dient temperamentvol, aanhoudend en op gepaste afstand, zelfstandigte zoeken al is het toegestaan dat de geleider de hond een moeilijk begaanbaar gebied instuurt. De hond dient te tonen dat hij in een moeilijkbegaanbaar gebied kan werken en dat hij bovendien ondercontrolevan de geleider staat. Plassen, poepen en of eten van de voedselverleiding wordt bestraft met het in mindering brengen van punten bij de gehoorzaamheid. Dit ter beoordeling van de begeleider.

 

Werkwijze en uitrusting van geleider

De geleider zal in de volgende uitrustingmoeten verschijnen: Gebruikelijke kleding, stevig schoeisel, handschoenen, notitieboekje, kompas, water voor de hond. Voordat de geleider met zoeken begint dient hij aan de begeleider de voor hem noodzakelijke informatiete vragen.

Aan de hand hiervan dient hij een zoekplan te maken en dit aan de begeleider kenbaar te maken. Hij dient tijdens het werk te laten zien dat hij dit zoekplan ook uitvoertof aan te geven waarom hij hiervan afwijkt. 

 

Het zoekplan en de uitvoering dient aan inzet eisen te voldoen. Onvoldoende score voor de uitvoering (minimaal 4 punten) leidt tot afwijzing van de combinatie!!

De geleider zal door zijn manier van werken duidelijk moeten maken dat hij ruime kennis en ervaring heeft van het vlakte zoeken en de mogelijkheden van zijn hond kent. Dit zal beoordeeld worden aan de hand van het zelfvertrouwenen samenwerking dat het team uitstraalt en aan de hand van de conditieen stressbestendigheid van de geleider.

 

Verwijzen

Alle slachtoffers moetengevonden en zelfstandigverwezen worden!! Honden die aan het slachtoffer snuffelen en/of binnen een straal van 50 cm van het slachtoffer komen moeten  dit slachtoffer op de vooraf aan de begeleideraangegeven wijze verwijzen. Gebeurt dit niet dan 

leidt dit direct tot afwijzen van de combinatie. Voordat de geleider op de 

verwijzing ingaat moet hij dit aan de begeleider duidelijk maken!! 

  

Nodeloos verwijzen van de hond(opnemen bringsel, blaffen of leegverwijzen) buiten een straal van 5 meter van de geleider enbuiten een straal van 5 meter van het slachtoffer leidt direct (reeds bij de eerste keer) tot zakken van de combinatie. Verwijzen van een verleiding leidt direct tot afwijzing van de combinatie.

Blaffen

 

De hond moet aanhoudend blijven blaffen binnen een straal van maximaal 2 meter bij het slachtoffer tot de geleider bij het slachtoffer is.

Bringselen

De hond moet het bringsel beetpakken en naar de geleider brengen. Daarna moet de hond de geleider direct naar het slachtoffer brengen.

Leegverwijzen

De geleider dient vooraf aan de toetsingcommissie hoe de hond leeg verwijst, dit kan zijn dat de hond gaat pendelen tussen slachtoffer en geleider, de geleider gaat aanstoten en/of tegen de geleider 

gaat opspringen.